KUNSTENPLATFORM PLAN B

Het Onderzoeksplan: Daems van Remoortere & Fallow

Dit interview is deel van een reeks interviews die gemaakt werden aan de start van Veldwerk II. Ze bieden een blik in de praktijk van de zes deelnemende kunstenaars/collectieven en polsen naar de manier waarop ze aan hun onderzoeksproject beginnen. Op deze website kan je ook de rest van hun traject volgen. Hier aan het woord: Carmen Van Maercke (Fallow)  en Lena Daems (Daems van Remoortere) over hun project ‘Archeologie op zilte bodem’. 

Wij begonnen met de idee rond verzilting en de daarbij horende problematiek die zich in de landbouw en daarbuiten voordoet. We bouwen verder rond het project De Zilte Scheldetuin waar Lena enkele jaren geleden aan begon. Voor dit onderzoek leggen we ons specifiek toe op de landbouw, waar de verzilting van de bodem als een bedreiging gezien wordt omdat de gewassen die momenteel geteeld worden onmogelijk in zoute gronden kunnen groeien. Voor Archeologie op zilte bodem willen wij het omgekeerde pad bewandelen en kijken hoe we de onvermijdelijke verzilting van onze bodem net naar onze hand kunnen zetten. 

Ons project willen we in drie fases laten verlopen. De eerste fase bestaat eruit dat we een bepaald gebied gaan aftekenen om daarop te werken. We benaderen het eerste deel vooral wetenschappelijk, waarbij we stalen afnemen om na te gaan hoe sterk de bodem daar verzilt is. We willen ook nagaan of het mogelijk is om aan zilte teelt te doen op dat gebied. Momenteel zijn we op zoek naar een stuk grond of een gebied waar ons onderzoek kan doorgaan. We willen ook interviews met boeren afnemen om op die manier de problematiek van de verzilting beter in kaart te brengen en zichtbaar te maken. Hierbij willen we ook nagaan hoe dit vandaag gebeurt: wordt verzilting omarmd, of net bestreden? Tot nu toe ondervinden we meestal dat laatste. De derde fase is het maken van een uitsnede in het landschap waarin zoutplanten kunnen groeien. Deze praktische uitwerking zal veel tijd vragen. 

De idee om verzilting toe te laten is vaak moeilijk. We merken dat heel weinig landbouwers of andere belanghebbers hiervoor openstaan, omdat het een totaal andere werkwijze vereist en hoogstwaarschijnlijk onomkeerbaar is. Deze, enigszins begrijpelijke, afwijzende houding maakt het lastig een ingang te vinden in dit project. Daarom moeten we onze concrete plannen even uitstellen en een meer onderzoekende, bijna cartografische voorbereiding doen. 

Wij leggen ons nu toe op gesprekken met mensen met uiteenlopende visies over de verzilting problematiek. Zo zijn er koepelorganisaties voor boeren zoals de Vlaamse Landmaatschappij of de Vlaamse Milieumaatschappij. Je hebt nu ook een Nederlands-Belgische samenwerking rond de Schelde: het Delta-Geopark. In dat netwerk werken de provincie Zeeuws-Vlaanderen en Oost-Vlaanderen samen rond onder meer de verzilting. Deze overkoepelende organisaties hebben een goed en complex zicht op de verzilting en worden daardoor interessante gesprekspartners, maar uiteindelijk willen we toch vooral met landbouwers in dialoog gaan. 

De idee van een insnede in het gekozen landschap zal ervoor zorgen dat de bezoekers en  passanten er niet meer zomaar kunnen inlopen. Met de verzilte planten die we er willen groeien zullen er verschillende texturen en kleuren aanwezig zijn die deel uitmaken van de artistieke ontwikkeling. Als een tweede mogelijke uitkomst van ons onderzoek denken we aan een kleine publicatie waarin we de planten weergeven, maar ook een soort staalkaart maken van de planten die we tegenkomen in die gebieden en in hoeverre de verzilting daar waar te nemen valt. 

In Wild Cage (2013) stopt Lois Weinberger de natuur letterlijk in een kooi. Weinberger was een Oostenrijkse kunstenaar die ook verschillende keren samenwerkte met het S.M.A.K. in Gent. Hij focuste zich op ecologie, cultuur en de invloed van de mens op de natuur als onderwerpen. Wij benaderen ons werk op een soortgelijke manier. We zijn geïnteresseerd in de spanning tussen natuur en mens en tussen het toegankelijke en het ontoegankelijke.