KUNSTENPLATFORM PLAN B

Het Onderzoeksplan / The Research Plan: Karolina Michalik

ENGLISH BELOW 
Dit interview is deel van een reeks interviews die gemaakt werden aan de start van Veldwerk II. Ze bieden een blik in de praktijk van de zes deelnemende kunstenaars/collectieven en polsen naar de manier waarop ze aan hun onderzoeksproject beginnen. Op deze website kan je ook de rest van hun traject volgen. Hier aan het woord: Karolina Michalik over haar project ‘perpendicular parallels’. 

Mijn project voor Veldwerk start vanuit arbeidsmigratie, en de relaties die zo ontstaan tussen twee plaatsen. Ik was al bezig met dit onderwerp vanuit een ander collectief, Seasonal Neighbours, dat zich specifiek op dit thema richt. Tijdens dat onderzoek stuitte ik op een advertentie van een Pools wervingsbureau voor champignonkwekerijen. Daarin stond beschreven dat de champignons geplukt worden door zachte vrouwenhanden en hoe belangrijk dat is voor het fragiele werk. Het klonk op een vreemde manier poëtisch en tegelijkertijd totaal absurd. Dat riep bepaalde vragen op: Wat is dit voor poëtica, die voor economische doeleinden wordt gebruikt? Wat impliceert het dat deze Oost-Europese vrouwen paddenstoelen plukken in een boerderij in Vlaanderen? Te meer omdat dit deel uitmaakt van een belangrijke landelijke traditie in Polen. Wilde paddenstoelen plukken is er een familieactiviteit waar velen hun vrije tijd aan spenderen, terwijl het in Vlaanderen streng verboden is. Betekent de aanwezigheid van die Poolse handen alleen dat de paddestoelen van topkwaliteit zijn, of kan ik ook zeggen dat de Poolse folklore en cultuur aanwezig zijn in de omgeving van de boerderij, belichaamd door hen? 

Die verbinding tussen twee plaatsen opent een heleboel mogelijke verbanden en nog meer hiaten. Dat vind ik een interessante plek voor onderzoek. Als kind van eerste generatie Poolse migranten, opgegroeid in de VS, moet ik onderhandelen over mijn plaats binnen deze dynamiek. Ik zou het een voortdurende fascinatie noemen voor hoe migratie situaties creëert waarin culturen worden uitgewisseld of met elkaar verbonden, of hoe ze juist gescheiden blijven. 

Mijn praktijk richt zich meer op de landelijke dan op de stedelijke omgeving. Daarmee bedoel ik niet het pastorale, idyllische beeld dat veel mensen hiermee associëren, maar het platteland als een gebied van verandering, politieke en sociale kwesties, complexe interacties en diverse dynamieken. 
Dit begon al in mijn master Social Design, toen ik sociaal-culturele vraagstukken begon te onderzoeken in Polen. Het rurale mentale beeld dat daar leeft strookt helemaal niet met de werkelijkheid. Neem bijvoorbeeld de jaarlijkse oogstfeesten, een populaire traditie waar zelfs het presidentiële echtpaar op aanwezig is. Men viert er graan dat niet langer door mensen wordt geoogst, zelfs niet in die tijd van het jaar. Op hetzelfde moment zijn er grote boerenprotesten in eigen land en werken duizenden Polen op buitenlandse velden als seizoensarbeider... Het is een overduidelijke tegenstelling die de kern vormt van mijn projecten voor Seasonal Neighbours en Veldwerk.

Bij de publieke representatie van de moderne Poolse plattelandsidentiteit is folklore een kleurrijk instrument voor politieke propaganda. Die propaganda wilt een selectieve interpretatie van het verleden en het heden, gebaseerd op nostalgisch en religieus patriottisme, mogelijk maken en in stand houden. Hedendaagse dynamieken zoals seizoensarbeid of de complexe Europese regelgeving worden in dit verhaal buiten beschouwing gelaten. Dat is onlosmakelijk verbonden met de Poolse identiteit: Pools zijn is jezelf identificeren met het land. Dat heeft met veel dingen te maken, in de eerste plaats het communistische bewind waar privé-eigendom verboden was. Het beeld van huis, boom, baby, enz. werd erg belangrijk om je identiteit als Poolse burger te bewijzen. Maar daarna ging de slinger doorslaan naar een soort patriottische daad. 

Toen ik als kind Polen bezocht met mijn ouders hing er altijd een nostalgische fantasie in de lucht. En hoewel ik mezelf als Pools beschouwde, werd ik tegelijkertijd buitengesloten omdat ik niet voldeed aan het beeld van die identiteit; ik maakte geen deel uit van die zoektocht. Je deel van die identiteit opeisen is een heel complex iets. 

Een onderzoeksproces begint voor mij heel vluchtig, het evolueert zelfs terwijl ik spreek tijdens dit interview. Dat verandert wanneer ik overschakel naar veldwerk. Voor dit project is dat het moment wanneer ik aan de slag ga bij een champignonkwekerij. Dan komt het moment waarop ik mijn ideeën confronteer met de realiteit. Al vrij snel zie je welke vragen blijven hangen of welke niet langer relevant zijn. Maar voor dat proces moet je volledig open zijn, alle verschillende soorten input binnenlaten, en je engageren in een sociaal-culturele context. Zo ontstaat een iteratief kader waarin je initiële ideeën voortdurend worden heronderhandeld. Ik denk dat dat is wat ik zoek in een onderzoek: een persoonlijke continuïteit van het onderzoek, een traject. Zelfs als ik van punt a naar punt b ongelijk krijg, wil ik weten waarom ik ongelijk had en op basis daarvan iets creëren.  

Ik heronderhandel voortdurend mijn verschillende rollen als onderzoeker, kunstenaar en kind van Poolse migranten. Als ik binnenkom als kunstenaar-onderzoeker die alles wil weten, wordt die rol heel snel doorzien en niet altijd erg verwelkomd. Toen ik voor het Seasonal Neighbours-project in Polen aan de slag ging bij een fruitbedrijf was dat een belangrijke les. Ik stelde een heleboel vragen en uit de reactie bleek duidelijk dat ik mijn boekje te buiten ging. Dus leerde ik dat het beter is om een meer afstandelijke houding aan te nemen en dan te zien welke gesprekken op je afkomen. De rol van Poolse burger kon ik evenmin volledig uitspelen. Natuurlijk kon ik wel vertellen waar ik vandaan kom, maar omdat ik in de VS ben opgegroeid, is dat heel anders dan de mensen met wie ik omging. Eenmaal je een relatie hebt opgebouwd via die alledaagse interactie, kan je beginnen met het delen van verhalen.

De relatie met lokale gemeenschappen gaat voor mij niet zozeer over een zoektocht naar interactie, maar meer over samenwerking. Ik wil de mogelijkheden onderzoeken van wat een samenwerking kan betekenen. Je kan een gesprek beginnen over een belangrijk onderwerp, maar misschien ben jij niet de juiste persoon om dat gesprek aan te gaan, of is je gesprekspartner niet klaar om dat gesprek te voeren. Ik voel een sterke drang om samen te werken met de mensen die ik ontmoet, die een andere achtergrond hebben dan mij. Tegelijkertijd is het iets waar ik nog niet heel veel ervaring mee heb. Ik hoop deze keer die stap wel echt te zetten.

Ik wil onderzoeken of mijn traject tot een film kan leiden. Mijn methodologie is sowieso nauw verbonden met film: Jezelf onderdompelen in een kader en zien welk verhaal eruit voortkomt, binnenkomen met vragen en niet met voorgekauwde antwoorden. Ik heb het idee om een portret te maken van een verbinding tussen twee plaatsen. De fictie ontstaat dan in de ruimte die die twee realiteiten met elkaar verbindt. 

Deze afbeelding toont een ‘handtheater’ uit de Poolse film Do Widzenia, Do Jutra van Janusz Morgenstern. Het is een naoorlogse film die gevierd wordt om zijn eenvoudige weergave van de collectieve sociale stemming van die tijd. De protagonist gebruikt zijn handen om de verhalen te vertellen die hij anders niet kan delen. Het doet mij denken aan de website van de Vlaamse champignonkwekerij die de "fijne en zachte vingers" van de vrouwelijke pluksters beschrijft, als kwaliteitsgarantie van het product. Ik vraag mij af welke andere verhalen deze handen kunnen vertellen.

ENGLISH
This interview is part of a series of interviews made at the start of Veldwerk II. They offer a glimpse into the practice of the six participating artists/collectives and sound out the way they start their research project. On this website, you can also follow the rest of their trajectory. Here's what Karolina Michalik has to say about her project 'perpendicular parallels'. 

My project for Fieldwork starts from labor migration, and the relationships it creates between two places. I was already working on this topic with another collective, Seasonal Neighbours, which focuses specifically on this theme. During that research, I came across an advertisement from a Polish mushroom farm recruitment agency. It described how the mushrooms are picked by gentle female hands and how important that is for the fragile work. It sounded in a strange way poetic and at the same time totally absurd. It raised certain questions: What kind of poetics is this, used for economic purposes? What does it imply that these Eastern European women are picking mushrooms on a farm in Flanders? Especially since this is part of an important rural tradition in Poland. Picking wild mushrooms there is a family activity that many spend their free time on, whereas in Flanders it is strictly forbidden. Does the presence of those Polish hands only mean that the mushrooms are of top quality, or can I also say that Polish folklore and culture are present in the surroundings of the farm, embodied by them?

That connection between two places opens up a lot of possible connections and even more gaps. I think that's an interesting place for research. As the child of first-generation Polish immigrants raised in the U.S., I have to negotiate my place within this dynamic. I would call it an ongoing fascination with how migration creates situations where cultures are exchanged or connected, or how they remain separate.

My practice focuses more on the rural than the urban environment. By this I do not mean the pastoral, idyllic image that many people associate with it, but the countryside as an area of change, political and social issues, complex interactions and diverse dynamics. This started already in my master's degree in Social Design, when I began to investigate socio-cultural issues in Poland. The rural mental image there is not at all consistent with reality. Take for example the annual harvest festivals, a popular tradition that even the presidential couple attends. People there celebrate grain that is no longer harvested by humans, even at that time of year. At the same time, there are major peasant protests at home and thousands of Poles are working in foreign fields as seasonal workers... It is an obvious contradiction that lies at the heart of my projects for Seasonal Neighbours and Veldwerk.

In the public representation of modern Polish rural identity, folklore is a colorful tool for political propaganda. That propaganda seeks to enable and sustain a selective interpretation of the past and present based on nostalgic and religious patriotism. Contemporary dynamics such as seasonal labor or the complexities of European regulation are left out of this narrative. This is inseparable from Polish identity: to be Polish is to identify yourself with the country. This has to do with many things, first and foremost the communist regime where private property was forbidden. The image of house, tree, baby, etc. became very important to prove your identity as a Polish citizen. But then the pendulum started swinging towards a kind of patriotic act.

When I visited Poland as a child with my parents, there was always a nostalgic fantasy in the air. And although I considered myself Polish, at the same time I was excluded because I did not fit the image of that identity; I was not part of that quest. Claiming your part of that identity is a very complex thing.

A research process for me begins very fleetingly, it evolves even as I speak during this interview. That changes when I switch to fieldwork. For this project, that is the moment when I start working at a mushroom farm. Then comes the moment when I confront my ideas with reality. Pretty soon you see which questions stick or which are no longer relevant. But for that process you have to be completely open, let in all different kinds of input, and engage in a socio-cultural context. This creates an iterative framework in which your initial ideas are constantly renegotiated. I think that's what I look for in research: a personal continuity of inquiry, a trajectory. Even if I am proven wrong from point a to point b, I want to know why I was wrong and create something based on that.  

I am constantly renegotiating my different roles as a researcher, artist and child of Polish migrants. When I come in as an artist-researcher who wants to know everything, that role is very quickly seen through and not always very welcomed. When I went to work for the Seasonal Neighbors project in Poland at a fruit company, that was an important lesson. I asked a lot of questions and it was clear from the response that I was overstepping my bounds. So I learned that it is better to adopt a more detached attitude and then see what conversations come your way. I also couldn't fully play the role of Polish citizen. Of course, I could tell where I was from, but because I grew up in the U.S., it's very different from the people I interacted with. Once you build a relationship through that everyday interaction, you can start sharing stories.

For me, the relationship with local communities is not so much about a quest for interaction, but more about collaboration. I want to explore the possibilities of what a collaboration can mean. You can start a conversation about an important issue, but you may not be the right person to start that conversation, or your interlocutor may not be ready to have that conversation. I feel a strong urge to work with the people I meet who have a different background than me. At the same time, it's something I don't have a lot of experience with yet. I hope to really take that step this time.

I want to explore whether my trajectory can lead to a film. My methodology is closely related to film anyway: to immerse yourself in a frame and see what story emerges from it, to come in with questions and not preconceived answers. I have the idea of making a portrait of a connection between two places. The fiction then arises in the space that connects those two realities.

This image shows a "hand theater" from the Polish film Do Widzenia, Do Jutra by Janusz Morgenstern. It is a post-war film celebrated for its simple depiction of the collective social mood of the time. The protagonist uses his hands to tell the stories he cannot otherwise share. It reminds me of the website of the Flemish mushroom farm that describes the "fine and soft fingers" of the female pickers as a quality guarantee of the product. I wonder what other stories these hands can tell.