KUNSTENPLATFORM PLAN B

Natuur in de marge: Over Ruderalia van Joris De Rycke

Nina de Vroome

De natuurdocumentaire is een welbekend en geformatteerd genre. De natuur wordt met glanzende beelden en dramatische muziek gladgestreken en leesbaar gemaakt. Een vette voice-over geeft duiding, maar maakt vooral een spektakel van wat er allemaal tussen het gras, in de boomtoppen of onder de wolken gebeurt. Dieren en planten zijn personages in een meeslepend verhaal waarin de narratieve structuur meestal draait om de vraag of het hoofdpersonage zal eten of gegeten worden. 

Ruderalia is anders. Het is een ‘hardcore’ natuurdocumentaire. Het gaat genadeloos naar de kern van wat natuur is, zonder opsmuk. Je krijgt zelfs de Latijnse namen van planten naar je hoofd geslingerd en de soundtrack bestaat uit experimentele muziek. In de film zien we geen aaibare of griezeldieren maar banale en zelfs marginale natuur. Er wordt gekeken naar natuur die zich in de marge bevindt van snelwegen, industriegebieden en mijnputten. Plekken die je normaal geen blik waardig zou keuren. De film is een duik in de echte Belgische wildernis, buiten de gebaande paden en ver weg van infobordjes en bewegwijzering. En dat blijkt buitengewoon fascinerend te zijn.

De titel Ruderalia is afgeleid van het woord ‘ruderaal’, dat een aanduiding is van milieus die zijn verstoord, meestal door menselijk toedoen. In het Latijn betekent ‘ruder’ ‘puin’ of ‘afval’. De film exploreert dus deze verstoorde gronden, die meestal niet worden gezien als natuur, maar als braakliggend terrein. Het zijn zones zonder doel, nut of bestemming. Waarom kiest iemand nu deze ‘ruderalia’ uit als onderwerp voor een film? De regisseur, Joris De Rycke is kunstenaar en werkt in die hoedanigheid met de Belgische natuur, die altijd een hybride is van natuurlijke processen en menselijk handelen. Eerdere projecten die hij heeft uitgewerkt geven een ontstaansgeschiedenis van Ruderalia.

Joris studeerde grafische kunst en transponeerde het idee van het kopiëren van een afbeelding naar het enten van appelbomen. Door te enten maak je een kopie van een boom, een tweede boom met exact hetzelfde DNA. Dit deed hij met appelboompjes die uit weggegooide klokhuizen zijn ontkiemd. Wat begon als afval in de berm werd een gecureerde boomgaard. Zo kweekte hij nieuwe variëteiten met verrassende vormen en smaken. Ook is hij bezig met de ontwikkeling van een park in Ressegem. Zijn voorstel is eigenlijk heel simpel: samen met buurtbewoners zullen er landschapstekeningen worden gemaakt door met zeisen het gras te maaien. Op de delen die niet worden gemaaid zullen wilde grassen en bloemen groeien, die spontaan komen aanwaaien of die door Joris uit nabijgelegen bermen worden meegebracht. Al deze plantjes zullen een naambordje krijgen met informatie over de plantensoort. Joris De Rycke houdt erg van botanische tuinen in de lente, maar vooral in de winter, wanneer de planten zijn afgestorven en je enkel kale aarde ziet met her en der naamplaatjes. De plaatjes tonen wat onder de oppervlakte verscholen ligt, in hibernatie, of als herinnering. Daarnaast gidst hij iedere week geïnteresseerden door natuurgebieden, maar ook langs wegen en industrieterreinen om te vertellen over de planten en dieren die daar leven. Joris De Rycke nodigt uit om met een werkelijke interesse naar de meest nederige natuur te kijken. Hij fungeert dus tijdens zijn projecten als gids; iemand die de toeschouwer een nieuwe manier van zien aanbiedt, waarbij het benoemen een manier is om planten en dieren een waarde toe te kennen, hen een geschiedenis te gunnen en hen te plaatsen in een ecosysteem, een netwerk van verhalen. 

Ruderalia is ook een soort gegidste wandeling. Aan het begin van de film zegt Joris in de voice-over: “We gaan op zoek door de wirwar van terreinen met een verschillende functie naar plekken die aan onze planningsdrang ontglippen. Postindustriële plekken die men niet of nog niet heeft herbestemd. En actieve en verlaten grondstofontginningen. Op ondergronden die als bijproducten van industriële activiteiten zijn ontstaan ontwikkelen zich ecosystemen, improviserend met alles wat we op deze terreinen hebben aangebracht. Deze documentaire maakt wandelingen door dergelijke gebieden.

Filmstills Ruderalia.

De eerste halte op deze tocht vindt plaats in een verlaten zandwinning. We zien een waterplas op de kale bodem. “Alles begint met water.” Close-ups van een stroompje dat door een zandbedding stroomt. Er is geen teken van leven te zien, tot het oog valt op een groene verkleuring van wat stenen. Zo worden we in deze zandput teruggevoerd naar de tijd waarin de aarde nog jong was en de ontwikkeling van het leven nog ongewis. Zo simpel kan sciencefiction zijn: “De ongewervelden kropen als eerste aan land. Ze troffen een wereld aan waar de meest eenvoudige wieren, mossen, korstmossen en schimmels bezig waren het land tot leven te brengen.”

De ruderale gronden zijn vers, maar openen een raam naar een tijd lang voor de mensheid. De wanden van een groeve onthullen de grillige banen van kalkafzettingen, restanten van de tijd waarin België op de bodem van de zee lag. Op andere plekken stulpt het verleden juist omhoog. De terrils in Genk, gigantische afvalbergen van laagwaardig steenkool, bevatten verbazingwekkende fossiele resten van planten en dieren uit het carboon. We zien mossen die groeien op de fossielen van de allereerste bomen op aarde. Zo speelt Joris De Rycke de flora van vandaag uit tegen die van miljoenen jaren geleden. Als je heel dichtbij kijkt, lijkt er sindsdien niet veel te zijn veranderd. Nog altijd is de natuur bezig met het koloniseren van onvruchtbare grond en ontstaat er op een arme of zelfs giftige bodem een humuslaag. Een proces dat honderden jaren duurt, maar dat in de film zichtbaar wordt gemaakt.

Dennenbomen kraken voordat ze doormidden breken. Dit is de reden waarom grote delen van de Kempen en Limburg bedekt zijn met deze boomsoort. Deze donkere bossen zijn tijdens de industriële revolutie aangelegd voor de productie van steunbalken, gebruikt in steenkoolmijnen. Wanneer de mijnwerkers het hoorden kraken, hadden ze nog tijd om te vluchten. De productie van naaldbomen is gebleven, ook al storten er nu in België geen mijngangen meer in. Het verleden kraakt nog steeds wanneer we samen met onze gids dit gebied ontdekken. Maar ook heel recente geschiedenis heeft opvallende sporen achtergelaten. In de bedding van de Vesder, die in 2021 na hevige regenval uitgroeide tot een monsterlijke stroom, groeien nu planten die ooit op een bijzettafeltje stonden. Zaadjes van exoten die decennialang in de aarde bedolven zijn geweest, zijn aan de oppervlakte gekomen en ontkiemd, zoals een hibiscus uit Australië.

De gegidste wandeling heeft iets heel persoonlijks, want Joris schreef de voice-over en sprak hem zelf in, filmde en monteerde op eigen houtje en maakte zo zijn eerste film bijna helemaal in zijn eentje. Joris filmde dus als amateur, dat wil zeggen als liefhebber. Na zijn eerdere artistieke werk kreeg hij de behoefte om zijn fascinatie voor ecologie diepgaander te verkennen. Hij wilde een film maken omdat hij met dit medium op het allerkleinste kan focussen, maar ook kan uitzoomen naar het grotere verband. Hij reisde solo met zijn camera door België en legde zijn verzameling van planten aan, geschraagd door vergezichten.

Filmstill Ruderalia

Alleen voor de soundtrack werkte hij samen. Joris speelde basgitaar, percussie en gitaar, samen met muzikanten Jo Caimo, Jonathan Tetteh, Gerard Herman en Ignace De Bruyn. Ieder hoofdstuk heeft een andere soundtrack, die jazz en experimentele klanken combineert. Joris koos bewust voor deze soms spookachtige muziek, omdat hij planten en dieren dikwijls bevreemdend vindt. De vormen en kleuren zijn soms psychedelisch en lijken van een andere planeet te komen. De plaatsen waar hij met de camera neerstreek lijken daardoor onthecht te zijn. Er is geen synchrone klank van de plek zelf te horen, waardoor de film doet denken aan een herbarium. In een herbarium zijn gedroogde planten geconserveerd, geïsoleerd van hun omgeving en hun natuurlijke netwerk. Zo presenteert Joris met zijn close-ups, bijbehorende Latijnse benamingen en de soundtrack ook een verzameling van specimens die in de film worden vereeuwigd. De natuur wordt niet slechts geregistreerd, maar we krijgen uitsneden te zien van een mysterieuze en bijwijlen onheilspellende wereld. Ruderalia toont hoe planten en dieren hun niche vinden in de aarde die door menselijke activiteit werd verstoord. Ze doen dit op onverwachte manieren; ze rijzen als een zombie op uit de aarde, veroveren gebied als een oprukkend leger of zijn naar het noorden gemigreerd door de klimaatverandering.

Het minuscule en het wereldwijde, het diepe verleden en recente gebeurtenissen zijn leesbaar in het landschap. De planten vertellen over de chemische samenstelling van de ondergrond en bestuivende insecten werken mee aan de hybridisering van plantensoorten. Joris De Rycke laat zien dat er een ander soort natuurdocumentaire mogelijk is, een die weg gaat van sensatie en diep duikt in de complexiteit van de natuur in het antropoceen.