Notities uit Areaal II: Radicaal toegankelijk cultuuraanbod buiten de stad
GEHOST DOOR UITWIJKEN X BUITENSHUIS LEREND NETWERK IN ZWANKENDAMME (BRUGGE)
Areaal is een lerend netwerk rond artistieke praktijken buiten de stad. In 2022/23 bestaat Areaal uit platform voor architectuur en ruimte AR-TUR, intergemeentelijke samenwerking GINTER, kunstruimte voor co-creatie, ambacht en diversiteit Manoeuvre & laboratorium voor hedendaagse transdisciplinaire kunst nadine, los-vast kunstcollectief Seasonal Neighbours, praktijk voor zachte kracht en radicale verbeelding DEVET en het performance-ruimtelijk collectief TAAT. Naast de kernpartners van het netwerk worden de kunstenaars die deelnemen aan het door Kunstenplatform PLAN B ondersteunde Veldwerktraject en geïnteresseerden in het specifieke thema van de dag uitgenodigd om aan de bijeenkomsten deel te nemen.
Elke bijeenkomst wordt vormgegeven rond een thema dat door een van de deelnemers aan het netwerk wordt gekozen. Het doel van deze bijeenkomsten is om praktijken en ervaringen met het creëren en ondersteunen van artistiek werk buiten de stad met elkaar en met de aangesloten kunstenaars te delen. Dit creëert een weefsel van gedeelde kennis rond kunst en/in het landelijk gebied en genereert hopelijk meer vruchtbare grond voor artistieke praktijken in de landelijke omgeving.
De tweede bijeenkomst van Areaal was een uitzonderlijke samenwerking met het lerend netwerk rond laagdrempelig lokaal cultuuraanbod van Brugge+: buitenshuis. Op 23 september verzamelden beiden netwerken zich in Zwankendamme, waar op dat moment het mobiele cultuurhuis Uitwijken in samenwerking met Kunstenplatform PLAN B neerstreek. De focus van beide organisaties smolten samen tot de tijdelijke onderzoeksvraag: "Hoe een radicaal laagdrempelig cultuuraanbod creëren buiten de stad?" De dag werd gemodereerd door An Van Den Berghe. Naast Marec Zeghers en Janes Zeghers van Brugge+, sloot ook Elien Ronse, kunstenaar uit de vorige editie van Uitwijken, aan. Het verslag dat je hieronder vindt werd op eigenzinnge wijze opgetekend door Tijs Vastesaeger: géén woordelijk verslag van een denknamiddag, wel goede raad in imperatief, eerder fundamentele vragen en dingen die gewoon echt goed klonken.
1.imperatieve goede raad
er werden heel wat concrete tips aangereikt die kunnen helpen voor organisatoren van activiteiten buitenshuis. We herformuleren ze hieronder ongegeneerd scherp in de gebiedende wijs.
Ont-moet om te ontmoeten
Als je verbinding wil maken met buurtbewoners en passanten helpt het niet om tegelijk ook bezig te moeten zijn met tal van praktische en/of administratieve to do's. Hoe meer je moet, hoe minder ontmoeting er zal zijn.
Durf daarom medewerkers of vrijwilligers expliciet als opdracht mee te geven om niks te moeten. Om vrij te zijn voor onverwachte ontmoeting, losse babbels, ongeplande contacten en connectie.
Graaf een put. Geef mensen een excuus
Een concrete tastbare uitnodiging is vaak wervender dan een vaag voorwendsel. De boodschap “we gaan daar een put graven, doe je mee?” heeft een grotere kans op betrokkenheid dan “wees welkom op onze performance”. Probeer dingen te hertalen naar begrijpbare concrete dimensies waar iedereen zich iets bij kan inbeelden.
Geef mensen een excuus, een alibi om erbij te (willen) zijn. Dat kan ook zijn “die jonge gast wil daar een put graven, ik ga hem helpen”.
Bouw op wat er al is (zei de kappertherapeut)
Voor Uitwijken en PLANB ging Elien Ronse in Sint-Michiels naar de kapper. Kappers blijken vergaarbakken van verhalen te zijn. Klanten vertellen de gekste dingen aan een kapper. Zo zijn ze tegelijk ook therapeut en potentieel roddelblad.
Knooppunten van menselijke verbindingen vind je overal (bijvoorbeeld ook bij kappers) door deze als vertrekpunt te nemen, schrijf je jezelf ook meteen in in een breder netwerk van contacten.
Speel!
Hoe serieus je het recht op cultuur ook neemt, hou ruimte voor lichtvoetigheid en speelsheid. Betrek bewoners en passanten in het spel. Laat hen spelenderwijs deelnemen.
Als het te serieus, te zwaar te gemeend is, kan het ook afschrikken. Dit hoeft echter niks af te doen van de kwaliteit en/of de toegankelijkheid van het artistieke aanbod.
Neem het persoonlijk
Het contact is er 1 van mensen. Als je wil dat mensen persoonlijk worden, zich engageren, wees dan ook zelf persoonlijk. Stel jezelf voor. Noem mensen bij naam. Maak contact. Een toffe babbel kan een grotere hefboom voor participatie zijn dan gelijk welk mission statement of de naam van een artiest op een affiche.
2.Eerder fundamentele vragen
Naast goede raad werden er ook best wel wat vragen gesteld. Jezelf de juiste vraag stellen, en die vraag vervolgens aan een ander stellen, is vaak een goede start van een boeiend gesprek. Dat was in Zwankendamme niet anders
Hebt ge al gevraagd waarom die niet komt?
Het bevragen van de niet-participanten, het polsen naar de vele goede redenen om niet deel te nemen, is een belangrijke leerschool voor eenieder die cultuuractiviteiten buitenshuis opzet. Dit past ook in de logica van weten in plaats van denken. De vraag stellen aan zij die niet komen is de enige manier om echt te verifiëren of wat je denkt over de reden van hun niet-deelname ook waar is.
Dit hoeft geen grootschalige bevraging te zijn. De vraag kan evengoed gesteld worden aan de passant die je uitnodigt om af te komen maar die de uitnodiging beleefd afslaat. Durf doorvragen.
Wil je connectie of participatie?
Schrijf je eigen definitie van succes. Wanneer is het project geslaagd: als er veel deelnemers zijn (kwantiteit) of een hechte connectie, samenwerking of dialoog (kwaliteit)? Door vooraf te bepalen wat de doelstelling (succes) is, kan er ook gerichter ondernomen en bijgestuurd worden.
Is dit wel de opdracht die je hier voelt?
Misschien heeft de context ook wel een eigen ‘plan’. Is de ambitie die je op een bepaald plek ontwikkelt ook wel écht wat die plek nodig heeft? Probeer steeds een zo goed mogelijke inschatting te maken van wat kan werken en wat de juiste meerwaarde biedt. Niet elk project leent zich voor elke plek. Wees empatisch en flexibel.
Is dat kunst?
Is dat een relevante vraag?
Misschien doet het er helemaal niet toe of de artistieke ingreep in de publieke ruimte begrepen en gezien wordt als iets artistiek? Heeft de ingreep het nodig om op die manier gedefinieerd te worden om succesvol te kunnen zijn? Of is het voldoende dat het iets teweeg brengt, wat dat ook is?
Heb je de juiste vraag aan de juiste maker gesteld?
De kunstenaar/maker die je betrekt, speelt een cruciale rol in het welslagen van je ambities als organisatie. De attitude en persoonlijke gedrevenheid van de kunstenaar is minstens even belangrijk als de artistieke kwaliteit as such. Niet elke maker kan en/of wil op eenzelfde manier aan de slag gaan en connectie maken. “Start with why” ga het gesprek aan over het waarom van je plannen buitenshuis. Het hoe en het wat kunnen volgen uit een gedeelde droom.
Waarom focust participatief werk zich zo vaak op kwetsbaren?
Waarom zou ‘de buurt’ niet de doelgroep kunnen zijn? Waarom moet er een focus liggen op de kwetsbaren. Misschien is de deelname van de hoogopgeleide middenklasse in een bepaalde buurt wel veel kleiner. Waarom zouden zij dan geen prioritaire doelgroep mogen zijn?
Zou het anders ook relevant kunnen zijn?
Er is zelden slechts 1 manier om het ‘goed’ te doen. Durf een vooraf bedacht plan loslaten en herdenken in functie van wat zich aandient. Misschien heeft de context en de buurt iets anders nodig? Succes is zelden gelijk aan het exact uitvoeren van een vooraf bedacht plan en het uitrollen van een vooraf bedacht scenario, maar veel vaker is succes gelijk aan het zorgzaam en slim inspelen op veranderende omstandigheden en opportuniteiten die niet in het scenario geschreven stonden.
Wil je de buurt voor je podium of een podium voor de buurt?
Wees helder. Cultuurspreiding is niet gelijk aan sociaal-artistiek werk. Cultureel wijkwerk hoeft niet noodzakelijk gepaard te gaan met co-curatie of co-creatieve processen. Dit kan evengoed bestaan uit geselecteerd cultuuraanbod dat gebracht wordt naar een buurt. Wat wel belangrijk is, is dat je heldere verwachtingen creëert. Beloof geen inspraak of gedeelde macht als die er niet zal zijn.
3.Dingen die goed klinken
Sommige woorden en zinnen zijn té goed om niet opgeschreven te worden. Hieronder volgen een paar van de meest markante quotes.
De dramaturgie van de verlengkabel
De veilige muren van een cultuurhuis verlaten, naar straten, pleinen en wijken trekken, brengt veel onzekerheid met zich mee. Eenvoudige dingen als ‘we hebben een verlengkabel nodig’ kunnen aanleiding zijn van een boeiende zoektocht naar een praktische oplossing. Deze zoektocht, dit ‘ritueel’ is tegelijk ook een belangrijke voedingsbodem voor waardevolle ontmoetingen en connecties met de buurt. Een heldere hulpvraag is immers een ultieme uitnodiging tot verbinding.
De attitude van de naar buiten gerichte ruimte (wat niet zichtbaar is is wel voelbaar)
Cultuur en kunst speelt zich te vaak af in naar buiten gerichte tempels met hoge drempels. Cultureel wijkwerk doorbreekt dit. Nadenken over de oriëntatie van tijdelijke constructies, tenten, wagens, … kan helpen om de tijdelijke ruimte expliciet naar buiten te richten als een uitgestoken hand voor de buurt. Daardoor zal het zelfs zonder woorden meer uitnodigend zijn.
De context zal vanzelf wel ingrijpen op het werk
Soms doen we teveel - grijpen we teveel in, sturen we te hard. Durf vertrouwen op niks doen. Een orkest dat je op een podium zet in een buurt in openlucht zal automatisch anders spelen, zich anders gedragen dan in de grote tempel met de fluwelen gordijnen en rode pluchen zetels. De context zal vanzelf wel ingrijpen. Daar hoef je niet noodzakelijk veel aan toe te voegen.
Duurzaamheid = meeneembaarheid
Een duurzame ingreep is een ingreep die meeneembaar is in de geschiedenis en de verhalen van een buurt. Een rimpeling die verder kan uitdijen ook lang nadat de kiezel in het water werd gegooid. Duurzaamheid hoeft niet noodzakelijk gelijk te staan aan blijvendheid. Het kan volstaan om in te zetten op gedeeldheid en deelbaarheid.
De valkuil van het onontgonnen gebied (over kolonialisme)
Kunst en cultuur brengen naar ‘buitengebied’ vanuit een ‘goede bedoeling’ riskeert te verworden tot een vorm van bekeringsdrang en/of kolonialisme. Een uitnodiging om in verbinding te gaan vanuit het bewustzijn dat je als organisatie, als kunstenaar een indringer bent, vergt een oefening in doseren van enthousiasme en invasiviteit. Cultureel wijkwerk hoeft niet gelijk te staan aan paternalisme. De cultureel wijkwerker heeft evenveel te ‘leren’ van de buurt als omgekeerd.
ORGANISATOR
buitenshuis
buitenshuis is een twee jaar lopend project dat een nieuw lerend netwerk op poten zet. Het ontstond in de schoot van bestaande lokale cultuurprojecten en vanuit een nood om elkaar beter te leren kennen. In 2022 organiseert buitenhuis drie denk- en ontmoetingsdagen. We gaan aan de slag met filosofische en praktische thema’s en elkaar, zoeken hoe we ieders recht op cultuur kunnen realiseren en wisselen ervaringen uit. Op de hulplijn kan je inbellen voor advies uit en voor de praktijk. Welkom buitenshuis.